Abdullah al-Derazi werd geëxecuteerd voor deelname aan protesten tegen de behandeling van sjiieten toen hij 17 was
Saoedi-Arabië heeft opnieuw een man geëxecuteerd die minderjarig was op het moment dat hij de vermeende misdrijven beging, een duidelijke schending van het internationaal recht.
Abdullah al-Derazi werd maandag terechtgesteld en is daarmee de tweede minderjarige in twee maanden die door de Saoedische autoriteiten is geëxecuteerd.
Al-Derazi werd in 2014 gearresteerd en drie jaar later berecht door het gespecialiseerde strafhof van Saoedi-Arabië, dat zich bezighoudt met terrorismezaken. De aanklachten hadden betrekking op protesten in 2011 en 2012 tegen de behandeling van de sjiitische minderheid in het koninkrijk. Hij werd, toen nog 17 jaar oud, beschuldigd van het aanvallen van veiligheidsdiensten en het gooien van molotovcocktails. In augustus 2018 werd hij schuldig bevonden en ter dood veroordeeld.
Volgens het internationaal recht, waaronder het VN-Kinderrechtenverdrag dat ook door Saoedi-Arabië is ondertekend, is het opleggen van de doodstraf aan personen die jonger dan 18 jaar waren ten tijde van hun misdrijf verboden.
“Vanaf het moment van zijn arrestatie tot aan zijn oneerlijke en geheime proces, werd Derazi blootgesteld aan een voortdurend patroon van misbruik door de Saoedische autoriteiten — dat eindigde in de wreedste schending: het ontzeggen van zijn recht op leven,” zei Nadyeen Abdulaziz van de Britse mensenrechtenorganisatie Alqst tegen Middle East Eye.
Net als bij de executie van Jalal Labbad twee maanden eerder, wijst dit volgens haar op “de minachting van de Saoedische autoriteiten voor het internationale verbod op de doodstraf voor daden begaan door minderjarigen”.
Labbad werd op 21 augustus geëxecuteerd wegens vergelijkbare aanklachten in verband met protesten die hij als kind bijwoonde.
Volgens Alqst werd Derazi maandenlang incommunicado vastgehouden in eenzame opsluiting, waar hij werd gemarteld met brandwonden en slagen, wat resulteerde in gebroken tanden en een knieblessure die ziekenhuisopname vereiste.
Tijdens de rechtszaak verklaarde Derazi dat hij onder dwang een bekentenis had getekend.
“Eén van hen kwam naar mij toe terwijl ik geblinddoekt was en zei dat ik onschuldig was verklaard en alleen even moest tekenen voor mijn vrijlating,” vertelde hij in de rechtszaal. “Omdat ik jong was en geen begrip had van deze zaken, vertrouwde ik hem en zette mijn vingerafdruk op papieren, in de veronderstelling dat ik vrij zou komen — niet dat ik zou worden overgedragen aan de veiligheidsdienst.”
Zijn familie kreeg niet de kans om afscheid te nemen en hoorde via de media van zijn executie.
In 2020 verklaarde Saoedi-Arabië dat het zou stoppen met het opleggen van de doodstraf aan minderjarigen, maar sindsdien zijn er nog meerdere jeugdige daders geëxecuteerd.
“Met de executie van Derazi tonen de Saoedische autoriteiten de leegte van hun hervormingsclaims en hun kille minachting voor het internationaal recht,” aldus Abdulaziz.
Alqst waarschuwt dat minstens vijf andere personen die minderjarig waren ten tijde van hun arrestatie — Youssef al-Manasef, Ali Hassan al-Subaiti, Ali al-Mabiyouq, Jawad Qureiris en Hassan al-Faraj — eveneens op het punt staan geëxecuteerd te worden.
Tot nu toe zijn in 2025 al minstens 302 mensen geëxecuteerd in Saoedi-Arabië, een stijging van meer dan 30 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2024. Vorig jaar werden in totaal 345 executies uitgevoerd, het hoogste aantal ooit.
De meeste executies vonden plaats wegens niet-dodelijke drugsdelicten en vage aanklachten onder de brede antiterreurwetgeving van het koninkrijk — veel daarvan in strijd met het internationaal recht, dat de doodstraf alleen toestaat voor de “zwaarste misdrijven” waarbij sprake is van opzettelijke moord.
Foto: (shutterstock)