Vier Palestijnse burgers uit Israël zijn zaterdag omgekomen toen een Iraanse raket hun woning trof in de overwegend Arabische stad Tamra, ten oosten van Haifa. Tientallen anderen raakten gewond. De tragische aanval heeft opnieuw de ernstige tekortkomingen aan het licht gebracht in de bescherming van Palestijnse gemeenschappen binnen Israël.
Volgens inwoners waren de slachtoffers vier christelijke vrouwen uit dezelfde familie, onder wie een moeder met haar twee dochters van 13 en 20 jaar. Door het gebrek aan publieke schuilplaatsen en veilige ruimtes moesten inwoners zich verschuilen in hun huizen of bij familieleden.
“De meeste huizen in Tamra en in Arabische steden hebben geen schuilkelders,” zegt Muhammed Soboh, een bewoner van de wijk waar de raket insloeg. “Er is overal paniek en vooral kinderen zijn getraumatiseerd.”
Hoewel Israël verplicht stelt dat nieuwe huizen sinds 1991 over een veilige ruimte beschikken, voldoen de meeste huizen in Tamra daar niet aan. De stad telt ruim 35.000 inwoners, maar geen enkele openbare schuilplaats. Ter vergelijking: het nabijgelegen joodse dorp Mitzpe Aviv, met slechts 1.100 inwoners, heeft dertien publieke schuilkelders.
“Arabische huizen zijn volledig blootgesteld aan vallende raketten en brokstukken,” aldus Soboh. “De enige oplossing is dat deze oorlog stopt.”
Structurele achterstelling
Sinds de oprichting van Israël in 1948 klagen Palestijnse burgers van Israël over systematische discriminatie. Door decennialang achtergestelde investeringen en beperkingen in woningbouw wonen veel Palestijnen in dichtbevolkte gebieden zonder goede voorzieningen. Bouwprojecten in deze gemeenschappen krijgen zelden goedkeuring, laat staan dat ze worden uitgerust met schuilkelders.
Sinds vrijdag zijn er meer dan twintig Iraanse raketten in Israël ingeslagen, onder meer in Haifa, Tel Aviv en Bat Yam. Israëlische media mogen slechts beperkt berichten over de schade, vanwege militaire censuur.
Terwijl veel Israëlische gemeenschappen elkaar steunen in deze moeilijke tijd, werd in Mitzpe Aviv – vlak bij Tamra – juist gejuicht toen Tamra werd getroffen. Op videobeelden is te zien hoe een vrouw zingt “Moge je dorp branden” terwijl anderen klappen.
“Deze mensen wonen naast ons, en toch vieren ze onze dood,” zegt Soboh. “Het is een teken dat de menselijkheid in Israëlische samenleving verloren is gegaan.”
Doa’a Hamadi, een inwoner en hulpverlener uit Tamra, reageert geschokt op het gebrek aan empathie: “Wij sterven en zien lichaamsdelen, terwijl anderen dansen op onze pijn. Als een Arabier zo’n video had gemaakt, was hij allang gearresteerd.”
Ondertussen beweert minister van Nationale Veiligheid Itamar Ben Gvir dat tientallen Palestijnse burgers van Israël zijn opgepakt omdat ze zouden sympathiseren met Iran. Over eventuele arrestaties van de makers van het videovertoon in Mitzpe Aviv is niets bekend.