Israël heeft een aanval uitgevoerd op de luchthaven van Sanaa, Jemen, terwijl de directeur van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), Tedros Adhanom Ghebreyesus, daar aanwezig was en aan boord ging van een vliegtuig. Tijdens de aanval raakten zowel het controlecentrum als de vertrekhal zwaar beschadigd. Er vielen twee doden en meerdere mensen raakten gewond, waaronder een bemanningslid van een vliegtuig.
Israël voerde deze aanval uit als reactie op eerdere raketaanvallen van de Houthi’s, die doelen in Israël, waaronder Tel Aviv, hebben geraakt. De aanval maakt deel uit van een bredere militaire campagne van Israël tegen de Houthi’s, die worden gesteund door Iran. De situatie heeft geleid tot een escalerend conflict, waarbij strategische infrastructuur zoals luchthavens en havens in Jemen steeds vaker doelwit zijn.
De aanval heeft internationale zorgen gewekt, vooral vanwege de aanwezigheid van de WHO-chef. Hoewel Tedros ongedeerd bleef, benadrukt het incident de toenemende risico’s voor humanitaire organisaties in conflictgebieden. Het vliegveld van Sanaa, een belangrijke toegangspoort voor hulp aan door oorlog getroffen gemeenschappen in Jemen, is cruciaal voor humanitaire operaties.
De Houthi’s, die grote delen van Noord-Jemen controleren, hebben Israël beschuldigd van het schenden van internationaal recht. Ze beweren dat de aanval bedoeld was om de levering van humanitaire hulp aan Jemen te verstoren. Israël stelt echter dat de Houthi’s hun aanvallen op civiele en militaire doelen in Israël moeten staken om verdere escalatie te voorkomen.
De situatie in Jemen blijft een van de ernstigste humanitaire crises ter wereld, met miljoenen mensen die afhankelijk zijn van internationale hulp. De aanval op de luchthaven bemoeilijkt de inspanningen van hulporganisaties en verhoogt de spanningen in een al fragiel conflict.
Dit incident benadrukt hoe regionale spanningen, zoals tussen Israël en door Iran gesteunde groeperingen, de situatie in Jemen verder destabiliseren. Het roept op tot dringende internationale diplomatie om escalatie te voorkomen en humanitaire hulpverlening te waarborgen.