De oorlog in Syrië, die al meer dan tien jaar duurt, heeft een nieuw hoogtepunt bereikt. In de afgelopen dagen hebben rebellen, geleid door Hay’at Tahrir al-Sham (HTS), een vliegveld in Aleppo veroverd en zijn ze op weg richting de stad Hama. Deze opmars betekent een belangrijke strategische winst voor de rebellen en een grote klap voor de Syrische regering.
De regio rondom Aleppo was de laatste jaren relatief stabiel, maar de situatie is nu drastisch veranderd. De Syrische regering reageert met hevige luchtaanvallen om het rebellenoffensief te stoppen. Deze aanvallen hebben geleid tot veel slachtoffers, waaronder burgers. Getuigen melden verwoestende scènes: huizen zijn ingestort en families zijn op de vlucht geslagen.
De recente opmars van de rebellen brengt grote risico’s met zich mee. Aleppo en Hama zijn strategisch belangrijke steden. De controle over deze gebieden kan het conflict verder doen escaleren. Voor de Syrische regering, onder leiding van president Bashar al-Assad, is dit een gevoelige nederlaag.
Het conflict in Syrië blijft niet beperkt tot de grenzen van het land. Buurlanden zoals Turkije zijn nauw betrokken. Turkije steunt enkele rebellenfracties en kijkt met zorg naar de groeiende invloed van HTS, een groep die ooit banden had met al-Qaeda. Aan de andere kant staan Rusland en Iran, die de Syrische regering steunen met wapens, geld en soms ook soldaten.
De spanningen leiden tot diplomatieke overleggen tussen Turkije, Rusland en Iran. Deze landen willen voorkomen dat het conflict uit de hand loopt, omdat een volledige escalatie ook hun eigen belangen in gevaar kan brengen.
Het grootste slachtoffer van dit conflict blijft de burgerbevolking. De Verenigde Naties hebben gewaarschuwd voor een humanitaire ramp. Duizenden mensen zijn hun huizen ontvlucht en zoeken nu onderdak in kampen of bij familieleden in veiligere gebieden.
Veel van deze mensen hebben al eerder alles verloren door de oorlog en staan nu opnieuw voor grote uitdagingen. Ze hebben dringend behoefte aan voedsel, water en medische zorg. Hulporganisaties proberen te helpen, maar door het aanhoudende geweld is het moeilijk om veilig hulp te bieden.
Het is onduidelijk hoe deze nieuwe fase van het conflict zich zal ontwikkelen. De rebellen blijven terrein winnen, maar de Syrische regering zal alles doen om dit tegen te gaan. Diplomatieke gesprekken tussen betrokken landen kunnen mogelijk een verdere escalatie voorkomen, maar het vertrouwen tussen deze partijen is gering.
Ondertussen blijft de situatie voor de mensen in Syrië uitzichtloos. Zolang er geen politieke oplossing komt, zal het geweld blijven voortduren. De internationale gemeenschap wordt opnieuw opgeroepen om meer te doen om het lijden van de Syrische bevolking te verminderen.