Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen 2024 in Parijs ontstond er commotie onder christelijke en moslimgroepen vanwege een scène die beschuldigd werd van het bespotten van Michelangelo’s schilderij “Het Laatste Avondmaal”. De organisatoren ontkenden dit en verklaarden dat de scène Olympische goden uitbeeldde en niet Jezus Christus en zijn volgelingen. Anne Descamps, communicatiedirecteur van de Spelen, benadrukte dat er geen intentie was om enige religieuze groep te beledigen.
Ondanks deze verklaring uitte de leider van de Egyptische Koptische kerk, Paus Tawadros II, zijn verontwaardiging en noemde de scène een “godslastering” die in strijd was met de kernwaarden van het Olympisch Handvest. Ook Al-Azhar, een van de belangrijkste soennitische moslimautoriteiten, veroordeelde de ceremonie als “beledigend” en waarschuwde voor het normaliseren van religieuze beledigingen en het promoten van schadelijke maatschappelijke trends.
De uitzendingen van de ceremonie werden in landen als Algerije, Marokko en Turkije gecensureerd. Een Turkse parlementariër noemde de ceremonie “LGBT, pedofiele en satanische propaganda”. Ook andere religieuze groepen, zoals de Middle East Council of Churches en de Muslim Council of Elders, spraken hun afkeuring uit.
Daarnaast zorgde het Algerijnse team voor controverse door tijdens de openingsceremonie bloemen in de Seine te gooien ter herdenking van het bloedbad op 17 oktober 1961, waarbij vele Algerijnse onafhankelijkheidsactivisten omkwamen. Deze herdenking herinnerde aan een tragisch hoofdstuk in de Frans-Algerijnse geschiedenis, dat pas recentelijk door de Franse overheid werd erkend.