Dienstplichtigen aan de grens van Sinaï en Gaza hekelen de stilte van de regering-Sisi over de moord op eigen soldaten en het gebrek aan actie tegen Israëlische wreedheden.
Sinds het Israëlische offensief op Gaza in oktober voelt de Egyptische soldaat Mohamed Omar zich machteloos. Omar, een 23-jarige patrouilleofficier in Noord-Sinaï langs de grens met Rafah, kan vanwege demilitarisatie-akkoorden tussen Egypte en Israël alleen licht bewapend zijn. Hij vertelt dat het pijnlijk is om te weten dat je kunt helpen, maar beperkt bent in je mogelijkheden. Hij ziet dagelijks de intensiteit van het Israëlische bombardement en de stroom van Palestijnse families die de grens passeren. Tot nu toe zijn meer dan 37.000 Palestijnen, voornamelijk vrouwen en kinderen, gedood.
Egypte, een bondgenoot van Israël sinds hun vredesakkoord in 1979, heeft sinds het begin van de vijandelijkheden in oktober een grotendeels niet-confronterende houding tegenover Israël behouden. Ondanks de overname van de strategische grensovergang Rafah door het Israëlische leger in mei en de dood van ten minste twee soldaten deze maand, blijft de Egyptische regering passief. Soldaten zoals Mohamed Omar voelen zich gefrustreerd over het gebrek aan erkenning en actie van hun leiders, ondanks hun zware training en toewijding.
In mei stierven de Egyptische soldaten Abdallah Ramadan en Ibrahim Islam Abdelrazzaq, beiden 22, tijdens gevechten met Israëlische troepen bij de Rafah-grens. Ondanks wijdverspreide sympathie kregen ze geen militaire begrafenis of erkenning van hooggeplaatste functionarissen. De stilte van de Egyptische autoriteiten en het gebrek aan berichtgeving door staatsmedia hebben de moraal van soldaten zoals Omar zwaar aangetast. Hij bekritiseert de regering voor het gebrek aan respect voor de gesneuvelde soldaten.
Omar vertelt dat hun superieuren proberen hen te kalmeren na de dood van Ramadan, met de uitleg dat Israël hen probeert te provoceren om zo de aanval op Palestijnen te rechtvaardigen. Ahmed Tawfik, een andere soldaat, hoort soortgelijke redenen van zijn officieren. Beiden zijn bezorgd dat als ze sterven, hun dood tevergeefs zal zijn, aangezien de regering geen actie onderneemt. Moralen zijn laag, en soldaten vrezen dat hun opofferingen zinloos zijn.