In Al-Haouz, Marokko, heerst grote onvrede onder de slachtoffers van de verwoestende aardbeving die op 7 en 8 september 2023 het gebied trof.
Deze aardbeving, met een kracht van 7 op de schaal van Richter, was de hevigste in de geschiedenis van Marokko en kostte 2.960 mensen het leven. In de nasleep van de ramp kwam er aanvankelijk een golf van nationale en internationale hulp op gang, met donaties van kleding, voedsel, medicijnen en soms onderdak voor de slachtoffers. Maar deze steun nam af, waardoor de slachtoffers in ellende achterbleven.
De slachtoffers, nu gehuisvest in tenten, wachten tevergeefs op de beloofde wederopbouwgelden van koning Mohammed VI. Van de circa 50 families in een geïmproviseerd kamp hebben slechts 10 het bedrag van, ongeveer $8.000 tot $14.000, afhankelijk van de schade aan hun huis, ontvangen.
Beschuldigingen van corruptie en wanbeheer verergeren de situatie. De hulp van $250 per getroffen huishouden is ook nog niet aangekomen, waardoor de bewoners zichzelf moeten voorzien met beperkte middelen.
De economie in het gebied is stilgevallen; veel winkels en bedrijven zijn gesloten. De toeristen blijven weg en er is weinig werkaanbod. De inwoners vertrouwen op hun vindingrijkheid en sporadische hulp. Ondertussen proberen ze het hoofd te bieden aan de moeilijke leefomstandigheden in de tenten. Overdag is het te heet en ’s nachts te koud, wat vooral moeilijk is voor kinderen en ouderen.
De regio Al-Haouz, een van de armste en meest gemarginaliseerde gebieden van Marokko, zal waarschijnlijk jaren nodig hebben om van de ramp te herstellen. Ondanks een aangekondigd omvangrijk hulpprogramma van de staat, wordt verwacht dat het herstelproces lang en complex zal zijn. De ongeduld en woede van de slachtoffers nemen toe naarmate de tijd verstrijkt zonder aanzienlijke vooruitgang in hun situatie.