Duizenden doen mee aan ‘Mars van de Doden’ om te protesteren tegen recordaantal doden in verband met georganiseerde misdaad in Palestijnse gemeenschappen in Israël.
In een surrealistisch tafereel liepen zondag duizenden mensen mee in de stille ‘Mars van de Doden’ door Tel Aviv terwijl ze tientallen doodskisten op hun schouders droegen om te protesteren tegen de georganiseerde misdaadgolf die Palestijnse steden overspoelt.
Al bijna twee decennia leven Palestijnse burgers van Israël onder de dreiging van georganiseerde misdaad in Galilea, al-Muthallath en de Naqab (Negev), maar de afgelopen 10 jaar waren bijzonder gewelddadig.
Wat de situatie nog angstaanjagender maakt voor de gemeenschap zijn de video’s van geweld, moord of afpersing die online worden gedeeld, waardoor mensen elk gevoel van persoonlijke veiligheid verliezen.
Sinds het begin van dit jaar zijn er ten minste 141 Palestijnen vermoord door georganiseerde misdaadbendes, wat een recordaantal misdaadgerelateerde doden in de gemeenschap betekent en waardoor twee miljoen mensen in een constante staat van angst leven.
De overgrote meerderheid van de moordenaars is niet gepakt, terwijl slechts 15 procent van de georganiseerde misdaadzaken tot een aanklacht heeft geleid. De Israëlische politie is zwaar bekritiseerd voor haar passiviteit in de strijd tegen de georganiseerde misdaad. In juni werden vijf mensen doodgeschoten bij een autowasstraat in de stad Yafia, vlakbij Nazareth, waaronder een 15-jarige jongen, in een van de dodelijkste misdaadgerelateerde schietpartijen van de afgelopen jaren in het land.
In juli was het aantal moorden het hoogst van alle andere maanden in de afgelopen jaren, met 28 Palestijnse burgers van Israël die werden gedood, van de 33 moorden die in het land werden gepleegd, volgens Haaretz.
Tijdens de mars op zondag riepen Palestijnse families, activisten, linkse Joden en maatschappelijke organisaties op tot actie tegen de georganiseerde misdaad en hekelden ze het falen van de politie om Palestijnse burgers te beschermen.
Demonstranten droegen 141 doodskisten ter nagedachtenis aan de slachtoffers die sinds het begin van het jaar zijn gedood.
Een politieprobleem
Twee jaar geleden werd de 21-jarige student verpleegkunde Ahmed Hijazi gedood in het kruisvuur tijdens een schietpartij tussen de Israëlische politie en gemaskerde schutters in een steegje in de stad Tamra, in de Galilea. Zijn dood leidde destijds tot een grote demonstratie tegen zowel het vuurwapengeweld in Palestijnse steden als tegen de manier waarop de politie omging met de georganiseerde misdaad. De zaak vestigde ook de aandacht van de Israëlische media op het toenemende geweld in Palestijnse gemeenschappen in Israël.
Hijazi’s broer, Jaber Hijazi, die deelnam aan de Dodenmars, vertelde aan Middle East Eye: “Het is belangrijk voor ons als familie om de wereld te vertellen dat onze broer niet net als andere slachtoffers is gestorven. Vandaag zijn we naar Tel Aviv gekomen om de roep van de slachtoffers in de Arabische samenleving te luiden.
“We verwerpen alle soorten bendes die onze steden hebben overspoeld. De Israëlische autoriteiten zijn in de eerste plaats verantwoordelijk omdat ze hen vanaf het begin hebben getolereerd.”
Veel Palestijnen beschuldigen de Israëlische autoriteiten van verwaarlozing en medeplichtigheid met criminelen in een poging om het sociale weefsel van hun gemeenschap te verzwakken en hen een onveilig gevoel te geven.
In 2021 zei een niet nader genoemde hoge politiefunctionaris naar verluidt dat de daders van misdaden in Palestijnse steden “meestal informanten van de Shin Bet zijn”, waardoor het vermogen van de politie om te reageren op activiteiten van bendes wordt beperkt.
“In deze situatie is de politie gebonden omdat die informanten, die immuniteit genieten, niet geraakt kunnen worden,” werd de officier geciteerd door Israëlische media.
De veiligheidsdienst heeft de bewering ontkend.
De agent maakte de opmerking naar verluidt tijdens een vergadering op hoog niveau op het hoofdkantoor van de nationale politie, voorafgaand aan een aparte vergadering tussen de politiecommissaris, Kobi Shabtai, en de toenmalige minister van Openbare Veiligheid Omer Barlev.
Tijdens de verkiezingscampagne van vorig jaar beloofde de extreem-rechtse minister van Nationale Veiligheid Itamar Ben Gvir, die toezicht houdt op de politie, om de onderliggende oorzaak van het geweld in de Palestijnse samenleving aan te pakken, maar nu de misdaadgolf toeneemt, zeggen critici dat noch hij noch de ultranationalistische regering van Israël maatregelen hebben genomen om de Palestijnen te beschermen.
“De Arabisch-Palestijnse samenleving in Israël wordt totaal verwaarloosd door de politie en vooral door de regering,” vertelde Knessetlid Offer Cassif, die deelnam aan het protest uit solidariteit met de Palestijnen, aan Middle East Eye.
“Ik noem deze situatie actieve nalatigheid, omdat het volgens mij niet gewoon nalatigheid is om niets te doen, integendeel, het is ‘niet doen’ om iets te bereiken, dit is een beleid.
“De Palestijnse samenleving is… gediscrimineerd door de staat vanaf dag één, maar deze regering wil specifiek dat de Palestijnse samenleving bloedt, zowel in de bezette gebieden door de terroristische kolonisten, als binnen de grenzen van 1948 door criminele organisaties, beide situaties zijn met elkaar verbonden.”
‘Dienstplicht voor het leger’
Tijdens het protest op zondag hielden ouders van slachtoffers, activisten en ambtenaren toespraken. Maar de menigte was verbijsterd toen voormalig Likud-wetgever en minister van Justitie Meir Sheetrit het podium betrad en de Palestijnse burgers van Israël opriep om niet alleen deel te nemen aan demonstraties tegen de geplande revisie van de rechterlijke macht door de regering, maar ook om dienst te nemen in het leger.
“Doe mee. Leer. Neem dienst in het leger,” zei Sheetrit, onder luid protestgeschreeuw van de demonstranten.
Palestijnen lijden al tientallen jaren onder discriminerende wetten en praktijken van de Israëlische staat.
Volgens de NGO Abraham Initiatives zijn misdaad en geweld in de gemeenschap het gevolg van “te weinig politie en gespannen relaties met de Israëlische politie”.
De organisatie zegt dat 50 procent van alle gewelddadige criminaliteit in het land Palestijnen betreft, ook al maken zij slechts 20 procent uit van de bevolking van Israël.
Premier Benjamin Netanyau zei in juni dat hij van plan is om de Shin Bet in te schakelen om de misdaadgolf te helpen bestrijden.
De Hoge Opvolgingscommissie was echter tegen mogelijke steun van de Shin Bet, die volgens hen zou kunnen worden gebruikt als voorwendsel om Palestijnse burgers van Israël nog meer onder toezicht van de staat te plaatsen.
“Ik denk dat dit de ergste situatie is na de catastrofe van 1976, Landdag, maar het is heel belangrijk dat we onszelf uit de apathie halen – gewoon omdat we in [een] constante staat van angst leven,” zei Mohammed Haj-Yehia, een professor in sociale wetenschappen aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem.