Het geld gaat naar de mensen die in Syrië wonen en naar Syrische vluchtelingen die in andere landen worden opgevangen.
Bijna 6,13 miljard dollar werd donderdag tijdens een door de Europese Unie georganiseerde conferentie toegezegd door internationale donoren om Syriërs te helpen de armoede te boven te komen. Een catastrofale aardbeving in februari heeft de economische ellende voor Syriërs na meer dan tien jaar oorlog verergerd.
De toezeggingen omvatten bijna 5 miljard dollar voor 2023 en 1,1 miljard dollar voor 2024 en daarna om de mensen in Syrië en andere buurlanden die Syrische vluchtelingen opvangen te ondersteunen.
De Europese Unie heeft bijna $4,2 miljard aan subsidies toegezegd, waarvan $2,3 miljard van de Europese Commissie en bijna $1,9 miljard van de EU-regeringen.
De VN waarschuwt dat slechts een tiende van de benodigde financiering voor 2023 is veiliggesteld.
“Als grootste donor voor het Syrische volk moet en wil de EU ervoor zorgen dat hun situatie hoog op de internationale agenda blijft staan”, zegt Josep Borrell, de hoge vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken.
“De conferentie is niet alleen het grootste jaarlijkse toezeggingsevenement voor Syrië, het is ook een platform om de inzet van de internationale gemeenschap voor een algemene en alomvattende politieke oplossing voor het conflict, dat nu al 13 jaar duurt, te herhalen.”
Sinds 2011 zijn meer dan 14 miljoen Syriërs hun huizen ontvlucht en zijn er ongeveer 6,8 miljoen ontheemden in het land, aldus de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties.
“We kunnen het ons niet veroorloven om nog een generatie te verliezen. Syrië mag niet langer een plek zijn van waaruit mensen weglopen,” zei Dan Stoenescu, hoofd van de EU-missie in Syrië.
In februari bedroeg het dodental van de verwoestende aardbeving in Turkije en Syrië meer dan 47.000 mensen. Terwijl het makkelijk was om hulp Turkije binnen te krijgen, waren er talloze obstakels om hulp Noord-Syrië binnen te krijgen.
De regio, die grotendeels in handen is van rebellengroepen die zich verzetten tegen de regering van president Bashar al-Assad, was al jaren in grote mate afhankelijk van hulporganisaties. De bevolking had te kampen met armoede, dakloosheid en herhaalde bombardementen door de regering en haar bondgenoten.
De aardbevingen verergerden een toch al kwetsbare situatie door veel van de afbrokkelende huizen en infrastructuur in de regio te vernietigen, evenals de routes die al bestonden voor hulpkonvooien.