Rechtengroep zegt dat Israëlische aanvallen op Gaza vorige maand kunnen neerkomen op ‘misdaden tegen de menselijkheid’.
Amnesty International heeft Israël beschuldigd van “collectieve bestraffing van de burgerbevolking” tijdens de gevechten tussen Israël en Palestijnse strijders in de Gazastrook vorige maand, en heeft het Internationaal Strafhof (ICC) opgeroepen een onderzoek in te stellen.
Het nieuwe rapport concludeert dat Israël “blijkbaar buitenproportionele” aanvallen uitvoerde op mannen, vrouwen en kinderen in Gaza gedurende een periode van vijf dagen in mei, waarbij 33 Palestijnen werden gedood, waaronder zes kinderen.
Tijdens de gevechten werd ook een Israëliër gedood.
Tijdens de aanvallen beschadigde het Israëlische leger 2.943 wooneenheden, waaronder 103 huizen die volledig werden verwoest. Meer dan 1.244 Palestijnen zijn ook ontheemd geraakt.
“Omdat de hoofdoorzaak van deze terugkerende onwettige aanvallen op burgers Israëls apartheidssysteem tegen Palestijnen is, herhaalt Amnesty International haar oproep aan het ICC om de toepasbaarheid van de misdaad tegen de menselijkheid van apartheid te overwegen binnen haar huidige formele onderzoek naar de situatie in de staat Palestina,” aldus het rapport.
De gevechten op 9 mei begonnen toen het Israëlische leger 15 Palestijnen doodde, onder wie drie commandanten van de Palestijnse Islamitische Jihad (PIJ) samen met hun vrouwen en kinderen, tijdens luchtaanvallen.
“Degenen die de aanvallen planden en autoriseerden, voorzagen – en negeerden waarschijnlijk – de buitenproportionele schade aan burgers,” zei Amnesty, eraan toevoegend dat “het opzettelijk lanceren van buitenproportionele aanvallen een oorlogsmisdaad is”.
De PIJ reageerde op de Israëlische aanval door raketten op Israël af te vuren.
Amnesty International zei verder dat de willekeurige raketbeschietingen van de PIJ zowel Israëlische als Palestijnse burgers doodden en ook aan een onderzoek zouden moeten worden onderworpen.
Raketten van de PIJ zijn “inherent onnauwkeurig” en het gebruik ervan tegen gebieden bevolkt met burgers is willekeurig, schendt het internationaal humanitair recht en moet worden onderzocht als mogelijke oorlogsmisdaden”, voegde het rapport eraan toe.
Israëlische straffeloosheid
De belangrijkste delen van het rapport waren echter gereserveerd voor Israël.
“De straffeloosheid van Israël voor de oorlogsmisdaden die het herhaaldelijk begaat tegen Palestijnen, en voor zijn wrede al 16 jaar durende illegale blokkade van de Gazastrook, moedigt verdere schendingen aan en maakt het onrecht chronisch,” zei Heba Morayef, regiodirecteur Midden-Oosten en Noord-Afrika bij Amnesty International.
“Dat we keer op keer dezelfde patronen van onwettige moorden en vernielingen hebben gedocumenteerd, is een aanklacht tegen het falen van de internationale gemeenschap om Israël ter verantwoording te roepen.”
Tegenover AFP reageerde het Israëlische leger op het rapport door te zeggen dat het “alleen aanvallen uitvoerde na een realtime beoordeling vóór de aanval dat de verwachte bijkomende schade aan burgers en civiele eigendommen niet buitensporig zal zijn in verhouding tot het verwachte militaire voordeel”.
Amnesty International verwerpt dergelijke beweringen en noemt een “patroon van uitgebreide vernietiging van eigendommen” als gevolg van Israëlische aanvallen die “niet voldoen aan de uitzonderingen waaronder het aanvallen van huizen en andere burgerobjecten gerechtvaardigd zou zijn”.
Tijdens haar onderzoek documenteerde Amnesty ten minste drie gevallen van “verwoesting van eigendommen in de hele buurt”.
Bij één geregistreerd incident op 13 mei richtte Israël het vizier op een gebouw van drie verdiepingen in de wijk Beit Lahia, in het noorden van Gaza.
Het gebouw, waar 22 burgers woonden, waaronder 12 kinderen, werd volledig verwoest en verschillende andere huizen in de omgeving werden zwaar beschadigd. Door het bombardement raakten ten minste 41 burgers ontheemd.
Amnesty zei geen bewijs te hebben gevonden dat er een militair doel was met het vernietigen van de gebouwen of dat leden van de familie enige militaire betrokkenheid hadden.
“Tijdens ons onderzoek hoorden we levendige verhalen van bommen die huizen verwoestten, van vaders die hun kleine meisjes onder het puin vandaan graafden, van een tiener die dodelijk gewond raakte terwijl ze in bed lag met een teddybeer in haar handen. Beangstigender dan dit alles is de bijna zekerheid dat, tenzij de daders ter verantwoording worden geroepen, deze gruwelijke taferelen zich zullen herhalen,” zei Morayef.
Een woordvoerder van PIJ zei dat de groep het rapport “verwelkomt”.
“We doen ons deel om ons te verdedigen tegen de misdaden die Israël begaat tegen het Palestijnse volk,” voegde hij eraan toe in een verklaring.