Israëlische militairen voeren steeds vaker ‘intelligence mapping’ invallen uit om gezichtskenmerken van Palestijnen te documenteren, aldus Amnesty.
Israël versnelt het gebruik van gezichtsherkenning op de bezette Westelijke Jordaanoever om Palestijnen op te sporen en hun bewegingsvrijheid te beperken, volgens een nieuw rapport van Amnesty International, in een ontwikkeling die de organisatie heeft bestempeld als “geautomatiseerde apartheid”.
In bezet Oost-Jeruzalem breidt de Israëlische politie een stadsbreed bewakingsnetwerk uit met een uitgebreid gezichtsherkenningssysteem dat bekend staat als Mabat 2000. Het systeem stelt de Israëlische autoriteiten in staat demonstranten op te sporen en Palestijnen voortdurend in de gaten te houden, zelfs tijdens hun gewone dagelijkse bezigheden.
Het “Wolf Pack”-systeem is een programma dat door het Israëlische leger wordt gebruikt om een database met profielen van elke Palestijn op de Westelijke Jordaanoever op te slaan, aldus Amnesty.
Ondertussen worden Palestijnen in Hebron gedwongen om voor omheinde controleposten te staan waar camera’s hun gezichten scannen. Software – bekend als Red Wolf – gebruikt een kleurensysteem om Israëlische soldaten te vertellen of Palestijnen moeten passeren, worden ondervraagd of worden vastgehouden.
Het systeem leert uiteindelijk de gezichten van de regelmatige passanten. Als er geen gegevens over een persoon bestaan, wordt deze zonder zijn medeweten in Rode Wolf opgenomen.
Elders vertelden Palestijnse inwoners van Hebron aan Amnesty dat door Israël geïnstalleerde camera’s en sensoren zijn gericht op de privéwoningen en slaapkamers van Palestijnse families.
“De constante bewaking waarmee Palestijnen te maken hebben betekent niet alleen dat ze in een staat van onveiligheid leven, maar ook dat ze het risico lopen op willekeurige arrestaties, ondervragingen en opsluiting”, aldus Amnesty-auteurs.
Een tegenhanger van de technologie die bij controleposten wordt ingezet, Blue Wolf genaamd, is beschikbaar op smartphones.Het werd uitgerold als onderdeel van een breder surveillancebeleid dat in 2016 door het Israëlische leger werd geïnitieerd en is beschreven als het “Facebook voor Palestijnen”.
De mobiliteit van de software betekent dat gezichtsherkenningstechnologie zich ook buiten de controleposten verspreidt.
Volgens Amnesty voert het Israëlische leger in toenemende mate “intelligence mapping” invallen uit waarbij soldaten Palestijnse huizen binnenvallen zonder verdenking van enig vergrijp bij de bewoners om hun gezichtskenmerken in kaart te brengen.
In februari 2022 bracht Amnesty een rapport uit waarin Israël als een apartheidsstaat werd bestempeld, waarmee het de laatste organisatie is die zich aansluit bij een groep mensenrechtengroeperingen die de term hebben gebruikt om Israëls discriminerende behandeling van Palestijnen te beschrijven.
Mobiele telefoons van Israëlische soldaten
“Vóór 2021 was de gezichtsherkenningstechnologie alleen bij de controleposten, maar sinds 2021 heeft elke soldaat het in zijn mobiele telefoon. De soldaat scant onze gezichten met de telefooncamera, en plotseling verandert hun gedrag ten opzichte van ons omdat ze alle informatie zien,” vertelde een activist uit Hebron aan Amnesty International.
In Hebron is de kloof bijzonder groot.
In de stad wonen ongeveer 200.000 Palestijnen die door controleposten moeten om aan hun dagelijkse behoeften te voldoen, zoals naar hun werk gaan en boodschappen doen. De ongeveer 900 joodse kolonisten die onder zware Israëlische militaire bescherming in de stad wonen, passeren de controleposten niet.
De technologie heeft zich ook verspreid in de bezette Oost-Jeruzalemse wijken Sheikh Jarrah en Silwan. In 2018 installeerden de Israëlische autoriteiten een permanente controlepost bij de ingang van de Damascuspoort naar de Oude Stad van Jeruzalem, en de bewakingsinspanningen namen toe na de protesten van 2021 tegen de uitzettingen in Sheikh Jarrah.
Volgens het rapport worden Palestijnse inwoners van Silwan “steeds meer vanuit elke hoek bekeken” met torenhoge bewakingspalen die rechtstreeks in particuliere woningen kijken. Ondertussen meldden Amnesty-onderzoekers in de wijk Sheikh Jarrah één tot twee camera’s binnen elke 15 meter.
De camera’s in het gebied bleken te zijn gemaakt door Hikvision, een Chinese fabrikant van bewakingscamera’s, en TKH Security, een Nederlandse fabrikant. De camera’s worden gebruikt door een centraal commando- en controlecentrum van de Israëlische politie om de Palestijnse bewoners 24 uur per dag, zeven dagen per week in de gaten te houden.
“Israël gebruikt technologie als een middel om ons te controleren, om ons ervan te weerhouden niet alleen te protesteren maar ook ons normale leven te leiden”, vertelde een Palestijnse journalist aan Amnesty.