Luik is de derde Europese stad die het land boycot wegens misbruik van Palestijnen, na Oslo en Barcelona.
De Belgische stad Luik is de derde Europese stad geworden die maatregelen aanneemt om de banden met Israël te verbreken wegens zijn misbruik van Palestijnen.
In de motie, die werd ingediend door de Belgische Arbeiderspartij (PTB) en goedgekeurd door stadsbestuurders, wordt de Israëlische regering ervan beschuldigd in Palestina een regime van “apartheid, kolonisatie en militaire bezetting” te voeren.
De PTB riep op tot opschorting van alle banden met Israël totdat het land actie onderneemt om een einde te maken aan wat zij omschreef als “systematische schendingen” van de rechten van het Palestijnse volk.
De motie verwees met name naar de Nakba, toen 700.000 Palestijnen in 1948 uit hun huizen werden verdreven, en hun recht om naar die voorouderlijke huizen terug te keren, en somde talrijke voorbeelden op van Israëlische schendingen van het internationaal recht.
Het besluit is grotendeels symbolisch aangezien de Belgische stad geen formele banden heeft met Israël.
Europese boycot
Naast de oproep tot een nationale boycot van Israëlische goederen en diensten die in de bezette Palestijnse gebieden worden geproduceerd, dringt de motie er bij andere steden in de wereld op aan het voorbeeld van Barcelona, Oslo en Luik te volgen.
Ook de Noorse hoofdstad Oslo kondigde deze week aan de handel in goederen en diensten uit gebieden onder Israëlische bezetting stop te zetten. De Scandinavische stad heeft haar aankoopbeleid gewijzigd om bedrijven uit te sluiten die bijdragen aan de uitbreiding van Israëlische nederzettingen, die volgens het internationaal recht als een oorlogsmisdaad wordt beschouwd.
In februari zei burgemeester Ada Colau van Barcelona in een persconferentie dat zij de Israëlische premier Benjamin Netanyahu een brief had geschreven met de mededeling dat de betrekkingen tussen de Spaanse stad en Israël worden verbroken totdat “de Israëlische autoriteiten een einde maken aan de systematische schending van de mensenrechten van het Palestijnse volk”.
Het besluit volgde op een campagne van activisten, die resulteerde in een officiële petitie via het stadhuis van Barcelona die meer dan 4.000 handtekeningen verzamelde waarin de gemeente werd aangespoord om de banden met Israël te verbreken.
In 2015 liet Amsterdam voorstellen vallen om zusterstad te worden van Tel Aviv uit bezorgdheid over de mensenrechtensituatie in Israël.
Het Palestijnse BDS National Committee (BNC) prees het besluit en riep andere steden op de Palestijnse strijd voor “ontmanteling van de apartheid” te steunen.
In januari 2021 bestempelde de Israëlische mensenrechtengroep B’Tselem het land als een “apartheidsstaat” en zei dat Israël een beleid voert om de Palestijnen, die rechten hebben die “minderwaardig” zijn aan die van zijn joodse burgers, te “verdelen, scheiden en heersen”.
Hetzelfde jaar bracht Human Rights Watch een rapport uit dat Israël eveneens als een apartheidsstaat bestempelde, beschuldigingen die Amnesty International het jaar daarop herhaalde.