Dit komt nadat Tunesië ongeveer tien jaar geleden de diplomatieke betrekkingen met Syrië verbrak uit protest tegen de onderdrukking door president Bashar al-Assad van een volksopstand tegen zijn bewind.
De president van Tunesië heeft besloten de diplomatieke banden met Tunesië aan te halen, maakte president Kais Saied donderdag bekend.
Tunesië verbrak ongeveer tien jaar geleden de diplomatieke betrekkingen met Syrië, uit protest tegen de onderdrukking door president Bashar al-Assad van een volksopstand tegen zijn bewind. Tunesië heeft in 2017 een beperkte diplomatieke missie naar Syrië teruggestuurd.
Saied en Nabil Ammar, de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, hebben donderdag tijdens een vergadering in het paleis van Carthago besloten om de Tunesische diplomatieke vertegenwoordiging in Damascus te versterken.
Saied ontsloeg dinsdag minister van Buitenlandse Zaken Othman Jerandi en verving hem door Ammar, de voormalige ambassadeur bij de Europese Unie en België.
Reuters meldde dat Assad na de aardbevingen die Turkije en Syrië hebben getroffen, erop aandringt dat buitenlandse hulp via zijn grondgebied wordt geleverd, omdat hij zijn internationale isolement wil doorbreken.
De aardbevingen hebben tot nu toe tot minstens 20.000 doden geleid en grote delen van Syrië en Turkije verwoest.
Tunesië heeft vliegtuigen met hulp- en reddingsteams naar Syrië gestuurd. Zij zijn aangekomen op de luchthaven van Aleppo, die onder controle staat van de Syrische regering.
Tijdens de bijeenkomst van donderdag bevestigde president Saied ook de steun van de Tunesiërs aan het Syrische volk.
“De kwestie van het Syrische regime is een interne aangelegenheid die alleen de Syriërs aangaat, en dat de ambassadeur vertrouwt op de staat en niet op het regime,” zei de president in een verklaring.
De president sprak ook over wat Syrië sinds het begin van de 12e eeuw heeft meegemaakt.
Volgens de vertaalde verklaring ging hij ook “in op de Syrische constitutionele ervaring en hoe de raad, die een Syrische grondwet moest opstellen, werd belegerd en de bloedige dagen die volgden als gevolg van de afwijzing door de Syriërs van elke buitenlandse interventie”.