Na een belegering van 10 dagen doden Israëlische troepen vijf Palestijnen tijdens nachtelijke inval in vluchtelingenkamp Aqbat Jabr.
Uren voor zonsopgang op maandag 6 februari werden gezinnen in Jericho’s vluchtelingenkamp Aqbat Jabr gewekt door tientallen zwaarbewapende Israëlische soldaten die hun huizen binnenvielen.
In het hele kamp werden volwassenen en kinderen opgesloten in een enkele kamer van hun huis terwijl Israëlische sluipschutters hun wapens lieten rusten op de randen van daken en vensterbanken.
Ondertussen blokkeerden andere soldaten de toegangen tot het kamp, dat bij de bezette stad Jericho op de Westelijke Jordaanoever ligt, en stationeerden zij meer sluipschutters in de omliggende bergen.
Kort nadat de soldaten hun posities hadden ingenomen, rond 3 uur, ging het gezoem van Israëlische militaire bewakingsdrones gepaard met het gesuis van kogels die door de lucht schoten.
Locals zeggen dat de soldaten precies leken te weten waar hun doelen lagen: twee Palestijnse mannen die Israël beschuldigde van betrokkenheid bij een recente schietpartij. Drie andere Palestijnse strijders werden gedood tijdens de inval.
Het Palestijnse ministerie van gezondheid identificeerde de gedode Palestijnen als Raafat Wael Aweidat, 21, zijn broer Ibrahim Wael Aweidat, 27, Adham Majdi Aweidat, 22, Thaer Aweidat, 28, en Malik Awni Lafi, 22.
“De inval duurde niet langer dan 15 minuten. Het was een snelle en dodelijke operatie van het Israëlische leger,” vertelde Basel Juneidi, een bewoner van het kamp, aan Middle East Eye. “De jongens waar ze achteraan zaten hadden niet genoeg wapens om zich te verdedigen, dus het was gemakkelijk voor de soldaten om ze neer te halen.”
Juneidi zegt dat de Israëlische troepen de lichamen van de vijf jonge mannen achterhielden – een beleid dat mensenrechtenorganisaties hebben veroordeeld – nadat ze hen op straat hadden laten doodbloeden.
Uren later arriveerde Jamal Aweidat, de 54-jarige oom van Thaer, op de plaats van de schietpartij.
“Toen we daar aankwamen, zagen we zoveel bloed op de grond. Het aantal kogels dat de soldaten afvuurden had niet vijf mensen kunnen doden, maar honderden.”
De inval volgde op bijna twee weken van Israëlische afsluitingen en controleposten bij de in- en uitgangen van Jericho.
Het Israëlische leger voerde de operaties en invallen in de 20.000 inwoners tellende stad op na een melding van een schietpartij in een door kolonisten bezocht restaurant in de stad op 28 januari. Er werden toen geen slachtoffers gemeld.
“De afgelopen 10 dagen in Jericho zijn uitdagend geweest. Ik heb mijn zaken moeten sluiten. Ik heb 28 werknemers die vrij moesten nemen omdat ze niet op hun werk konden komen,” vertelde Juneidi, de eigenaar van een autozaak. “De belegering heeft iedereen getroffen. We worden allemaal gestraft.”
“In het begin mocht iedereen met een Jericho ID de stad niet verlaten tenzij ze volledig werden gefouilleerd – hun lichaam, hun auto, alles wat ze hadden,” zei hij.
“Toen begonnen ze wegen en huizen te vernietigen. Ze vernietigden een pluimveebedrijf dat meer dan 600.000 shekels (170.000 dollar) waard was. Ze vernietigden het in enkele seconden, gewoon omdat ze het konden.”
Deur naar de wereld
Zonder vliegveld op de Westelijke Jordaanoever zijn veel Palestijnen afhankelijk van de grensovergang via de Koning Hoesseinbrug om naar Jordanië te kunnen vliegen. Om daar te komen, moeten ze door Jericho.
“Jericho is de enige plek voor alle Palestijnen om Palestina te verlaten… Het is de deur naar de wereld. Als ze de stad sluiten, kunnen de boeren hun fruit en groenten niet verkopen. Het toerisme wordt stilgelegd,” zei Jamal Aweidat, die behalve oom van Thaer ook hoofd is van het volkscomité in het kamp Aqbat Jabr, dat plaatselijke sociale activiteiten en diensten organiseert.
Zaterdag werd een Israëlische inval in het kamp Aqbat Jabr beantwoord met zwaar geweervuur door Palestijnse strijders die lid leken te zijn van de gewapende vleugel van Hamas, de Qassam Brigades.
De families van de Palestijnse strijders waren daarna het doelwit, zei Aweidat. Israëlische soldaten “haalden alle mannen, vrouwen en kinderen uit hun huizen na de mislukte arrestatiemissie van het leger op zaterdag. Ze dwongen hen urenlang in de regen te staan.”
Het leger zei dat twee Palestijnen die ervan worden verdacht achter de schietpartij in het restaurant te zitten, twee dagen later bij de inval op maandag werden gedood.
Het Israëlische leger “ondervond veel weerstand van de mensen [op zaterdag],” zei Juneidi. “Dus op maandag kwamen ze niet om te arresteren – ze kwamen om te doden.”
Die middag verzamelden Palestijnse mannen zich in het centrum van het vluchtelingenkamp Aqbat Jabr om hun respect te betuigen aan de families van de “martelaren”. Zonder lichamen om te begraven was het stil.
“Het Israëlische leger heeft hun lichamen meegenomen. Ik denk niet dat ze hen zullen teruggeven,” zei Aweidat. “Alles wat ouders willen nadat hun kinderen zijn gestorven is hen zien, afscheid nemen. Maar Israël wil ons zelfs deze vrede niet geven, ze blijven ons straffen.”
Aweidat hield zich in en beschreef de dagen voorafgaand aan de moorden van maandag. Maar toen hem werd gevraagd naar zijn neef, haperde zijn stem en begon hij te huilen.
“Ze hebben van ons vluchtelingen gemaakt. Ze hebben ons alles afgenomen, het enige wat we nog hebben zijn onze kinderen. We zien ze opgroeien en we investeren in ze en geven ze onderwijs en alles wat we kunnen, en dan vermoordt Israël ze in één seconde.”
Tweeënveertig Palestijnen gedood in 2023
Vrijdag schoten Israëlische troepen Abdullah Sami Qalalweh, een 26-jarige ongewapende Palestijn, dood in de buurt van de stad Huwara, ten zuiden van Nablus.
In totaal zijn dit jaar 42 Palestijnen gedood door Israëlisch vuur op de bezette Westelijke Jordaanoever en Jeruzalem, waarvan 35 in januari – de dodelijkste maand op de Westelijke Jordaanoever sinds 2015.
Het geweld is de afgelopen dagen gepiekt na een Israëlische militaire inval in het vluchtelingenkamp Jenin op 26 januari waarbij 10 Palestijnen werden gedood.
Een dag na de inval in Jenin doodde een Palestijnse schutter zeven Israëlische kolonisten bij een schietpartij in een bezette nederzetting in Oost-Jeruzalem.
Volgens gegevens van Middle East Eye hebben de Israëlische strijdkrachten in 2022 meer Palestijnen gedood op de bezette Westelijke Jordaanoever dan in enig ander kalenderjaar sinds de Tweede Intifada. Palestijnen doodden in dezelfde periode 30 Israëli’s bij verschillende aanvallen.
“De wereld moet ophouden te denken aan [Palestijnen] en [Israëliërs] als twee gelijke partijen,” zei Juneidi. “De een is de onderdrukker en de ander is de onderdrukte. We vragen om twee aparte landen, we willen niet onder bezetting leven. We willen dat onze kinderen veilig zijn en een toekomst hebben,” zei Juneidi.
“Al het geweld op de Westelijke Jordaanoever begint met de bezetting door Israël.”