Turkije, gelegen op het kruispunt van drie grote tektonische platen, wordt vaak opgeschrikt door aardbevingen en registreerde er meer dan 22.000 in 2022.
Een krachtige aardbeving van 7,8 magnitude trof het zuidoosten van Turkije en het noorden van Syrië in de vroege uren van maandagochtend, waarbij ten minste 1.700 mensen omkwamen en duizenden gewond raakten.
De beving vond plaats om 4.17 uur plaatselijke tijd bij de stad Gaziantep en werd gevolgd door een aantal naschokken, waaronder een beving van 7,7 magnitude in dezelfde regio.
De eerste aardbeving, de grootste die Turkije in decennia heeft getroffen, heeft hele delen van grote steden weggevaagd in een regio vol met miljoenen mensen die de burgeroorlog in Syrië en andere conflicten zijn ontvlucht.
In heel Turkije zouden meer dan 2.818 gebouwen zijn ingestort, met de meeste slachtoffers in de zuidelijke provincie Hatay.
In Syrië vielen meer dan 473 doden en 600 gewonden. De beving trof de provincies Idlib, Aleppo, Latakia, Tartus en Hama.
Ook in Cyprus, Libanon, Irak en Egypte werden bevingen gevoeld.
Turkije op kruispunt van platen
De hoge neiging van Turkije tot aardbevingen is te wijten aan zijn ligging op het kruispunt van drie verschillende tektonische platen.
Deze landmassa’s, die de buitenste schil van de aarde vormen, bewegen voortdurend en botsen tegen elkaar. Aardbevingen komen meestal voor op de breuklijnen van de platen, grote breuken in het aardoppervlak.
Het grootste deel van Turkije ligt op de Anatolische tektonische plaat, die tussen de grote Euraziatische en Afrikaanse platen en een kleinere, de Arabische, ligt.
Als platen tegen en onder elkaar worden gedrukt, kunnen twee platen door wrijving vast komen te zitten.
Wanneer deze platen uiteindelijk “loskomen” als gevolg van een oplopende druk, komt er een enorme hoeveelheid energie vrij die voelbaar is in de vorm van aardbevingen, of tsunami’s wanneer tektonische platen onder water samenkomen.
Geschiedenis van de bevingen
De ligging van Turkije, waar de drie tektonische platen samenkomen, heeft de afgelopen eeuw herhaaldelijk tot grote aardbevingen geleid.
In december 1939 trof een beving van 7,8 magnitude de stad Erzincan in het oosten van Turkije, waarbij meer dan 30.000 mensen omkwamen.
In de daaropvolgende decennia waren er nog verschillende bevingen, waaronder de Caldiran-Muradiye-beving van 1976 in de oostelijke provincie Van, waarbij meer dan 4.000 doden vielen.
De dodelijkste aardbeving sinds de ramp van 1939 vond plaats in augustus 1999, toen een beving van 7,4 magnitude de westelijke stad Izmit trof, in de regio Marmara. Er vielen meer dan 17.000 doden en meer dan 43.000 gewonden.
Volgens de nationale autoriteit voor rampen- en noodbeheer (AFAD) heeft Turkije in 2022 meer dan 22.000 aardbevingen geregistreerd.
De beving van maandag is de zwaarste die het land sinds 1999 heeft getroffen. Ze komt op een moment dat de regio te maken heeft met een sneeuwstorm die naar verwachting tot donderdag zal aanhouden.