Egypte is overeengekomen om de greep van het leger op het economische leven te versoepelen en een flexibelere wisselkoers toe te staan als onderdeel van de vierde reddingsoperatie in zes jaar.
Een nieuw IMF-rapport biedt een blik op wat wordt verwacht van het dichtstbevolkte land van de Arabische wereld nu het te kampen heeft met een tekort aan buitenlandse valuta en een stijgende inflatie.
Hoewel Egypte ermee heeft ingestemd de greep van het leger op de economie te versoepelen als onderdeel van een reddingsoperatie van het IMF, waarbij onder meer een flexibelere wisselkoers wordt toegestaan en investeringen in grote overheidsprojecten worden afgeremd, zal de reddingsoperatie moeten worden ondersteund door de Golfstaten die hun financiële toezeggingen nakomen, zo waarschuwt het IMF.
Egypte heeft ingestemd met “verregaande structurele hervormingen om de voetafdruk van de staat te verminderen en het speelveld tussen de openbare en de particuliere sector gelijk te maken”, aldus het IMF.
Volgens de overeenkomst moeten Egyptische staatsbedrijven hun ondoorzichtige boeken openstellen, moeten veel staatsactiva worden geprivatiseerd en moet de regering de uitgaven voor overheidsprojecten afremmen.
Het Egyptische leger heeft van oudsher een buitensporige rol gespeeld in het economische leven. President Abdel Fattah el-Sisi, ooit generaal, kwam aan de macht na de omverwerping van de voormalige president Mohamed Morsi. Hij verdubbelde de rol van het leger in een poging de economische onrust na de Arabische lente van 2011 in te dammen.
Als onderdeel van die inspanning heeft Sisi toezicht gehouden op een enorme uitgavengolf voor infrastructuur, waarbij hij van alles heeft gebouwd, van bruggen tot kerncentrales.
Zijn ambities worden gesymboliseerd door de bouw van een uitgestrekte nieuwe hoofdstad met wolkenkrabbers en luxe woningen, die volgens voorstanders de congestie in Caïro moet verlichten, maar die door critici wordt afgedaan als een economisch onpraktisch en onverantwoord ijdelheidsproject.
Golfsteun ‘cruciaal’
Egypte heeft zijn uitgaven gefinancierd door in het buitenland te lenen. De buitenlandse schuld is tussen juni 2013 en maart 2022 meer dan verdrievoudigd. De wankele financiën werden hard getroffen door externe schokken.
De pandemie heeft de wereldwijde inflatie opgedreven en de toeristische sector van Egypte een klap gegeven. De inval van Rusland in Oekraïne verergerde de wereldwijde stijging van de voedsel- en energieprijzen. Egypte ontvangt 80 procent van zijn graaninvoer uit beide landen.
Vorig jaar haalden buitenlandse investeerders 22 miljard dollar uit de Egyptische schuldenmarkt. Tegelijkertijd heeft de stijgende rente in het Westen de aantrekkingskracht van Egypte als investeringsbestemming aangetast. Het IMF voorspelt dat Egypte in de komende vier jaar een financieringstekort van 17 miljard dollar zal hebben.
Egypte heeft zich tot zijn rijkere buurlanden aan de Golf gewend voor steun. Saoedi-Arabië, de VAE en Qatar hebben samen meer dan 20 miljard dollar aan deposito’s en investeringen toegezegd.
Het IMF noemde de steun van de Golfstaten “een cruciaal onderdeel van de financieringsstrategie van het programma” en voegde eraan toe dat de middelen “volledig en binnen het geplande tijdschema moeten worden vrijgemaakt” om de reddingsoperatie van Egypte te financieren.
Politieke en sociale weerstand
De lening van 3 miljard dollar is de vierde die Egypte sinds 2016 van het fonds krijgt. Een andere belangrijke belofte is de belofte van Caïro om af te stappen van de ondersteuning van het Egyptische pond en een “flexibel wisselkoersregime” toe te staan.
Opeenvolgende Egyptische regeringen hebben het pond ondersteund in een poging om de prijzen te beheersen en de inflatie te beteugelen. Economen en investeerders vertellen Middle East Eye dat dit beleid niet langer houdbaar is nu Caïro een tekort aan buitenlandse valuta heeft, dat sinds februari vorig jaar met 8 miljard dollar is gedaald.
De regering heeft een reeks devaluaties doorgevoerd, waardoor het pond vrij kan worden verhandeld. Maar dat heeft bijgedragen tot een torenhoge inflatie en stijgende kosten voor ingevoerde goederen.
Het pond bereikte deze week een dieptepunt en is sinds maart 2022 met 43 procent gedaald ten opzichte van de dollar. De kerninflatie steeg in december tot 24,4 procent, wat bijdraagt tot de publieke woede omdat gezinnen moeite hebben om basisproducten en voedsel te kopen.
In een zeldzame erkenning van de toekomstige uitdagingen waarschuwde het IMF voor “politieke en sociale weerstand”.
“De duurzaamheid van de overgang naar een flexibele wisselkoers moet nog blijken en de [centrale bank] kan te maken krijgen met politieke en sociale druk om het roer om te gooien”, aldus het IMF.
“Hervormingen om de rol van de staat te beperken kunnen op weerstand stuiten van gevestigde belangen in het land”, voegde het IMF eraan toe.