Dood van 49-jarige Fatah-oprichter Nasser Abu Hamid te wijten aan opzettelijke verwaarlozing door Israëlische autoriteiten.
Een hooggeplaatste Palestijnse gevangene is dinsdagochtend overleden als gevolg, van wat zijn familie en lokale rechtengroeperingen zeggen, medische nalatigheid door Israëlische gevangenisautoriteiten.
De 49-jarige Nasser Abu Hamid, afkomstig uit het vluchtelingenkamp Amari in Ramallah, zat sinds 2002 gevangen vanwege zijn betrokkenheid bij de Al-Aqsa Martelaren Brigade, de gewapende vleugel van de regerende Fatah partij.
Hamid, die de groep mede oprichtte en werd veroordeeld voor betrokkenheid bij verschillende moorden tijdens de Tweede Intifada, was in augustus 2021 gediagnosticeerd met longkanker in een laat stadium – maar de Israëlische gevangenisautoriteiten negeerden zijn klachten over pijn in de borst gedurende “vele maanden” volgens Abdullah al-Zaghari, het hoofd van de Palestijnse Gevangenen Vereniging (PPS).
“Zelfs nu wordt hij gebruikt om de familie te straffen. De autoriteiten hebben zijn lichaam nog steeds. We denken niet dat ze hem zullen vrijlaten.
– Abdullah al-Zaghari, Palestijnse Gevangenenvereniging
Onder druk van andere Palestijnse gevangenen in de gevangenis van Ashkelon brachten de Israëlische autoriteiten hem naar het ziekenhuis waar hij werd gediagnosticeerd. Sindsdien ging zijn gezondheid “snel achteruit” na voortdurende “medische nalatigheid”.
In januari 2022 raakte Abu Hamid in coma door een acute longontsteking als gevolg van een bacteriële infectie in zijn longen. Hij bleef minstens 12 dagen in coma.
In september beschreef PPS Hamid als“vechtend tegen de dood“. In oktober meldde het dat hij “het point of no return” had bereikt en elk moment dreigde te sterven.
“Ze doden Palestijnse gevangenen systematisch en opzettelijk”, vertelde Zaghari.
Volgens Zaghari blijkt uit de dagelijkse rapporten van PPS dat er geen dag voorbij gaat dat er geen Palestijnse gevangene in Israëlische gevangenissen is die behandeling nodig heeft. Zij hebben meer dan 600 gevallen gezien en ten minste 24 met kanker, die allemaal te laat zijn gediagnosticeerd door het gebrek aan routine gezondheidscontroles van Palestijnse gevangenen.
“De advocaten van Abu Hamid vochten voor zijn vrijlating om een goede behandeling te krijgen. Ze vroegen de Israëlische rechtbanken vijf keer om hem vrij te laten, en vijf keer weigerden ze,” legde hij uit.
“Ze doden systematisch en opzettelijk Palestijnse gevangenen. De Israëlische bezetting is verantwoordelijk voor wat er met hem is gebeurd.”
Een beleid van ‘medische verwaarlozing’
Volgens mensenrechtenorganisatie Addameer valt de gezondheidszorg voor gevangenen onder de verantwoordelijkheid van de staat en is het een mensenrecht dat gevangenen zonder discriminatie toegang hebben tot dezelfde gezondheidszorg die in de gemeenschap beschikbaar is.
Desondanks meldt Addameer een toename van het aantal zieke gevangenen in Israëlische gevangenissen, en schrijft dit toe aan een “beleid van medische verwaarlozing”, met overbevolking en een gevangenisomgeving die niet voldoet aan internationale normen.
Dinsdagochtend laat had de familie van Abu Hamid nog geen nieuws ontvangen van de Israëlische autoriteiten over de vraag of zijn lichaam al dan niet aan hen zou worden teruggegeven voor de begrafenis. Zaghari betwijfelt of zijn lichaam zal worden teruggegeven.
Mensenrechtenorganisaties hebben Israël veroordeeld voor hun beleid waarbij de lichamen van gedode Palestijnen worden achtergehouden voor hun families. Sinds 2016 heeft Israël ten minste 117 Palestijnse lichamen achtergehouden.
“Zelfs nu wordt hij gebruikt om de familie te straffen. De autoriteiten hebben zijn lichaam nog steeds. We denken niet dat ze hem zullen vrijlaten,” zei hij.
Hij wees erop dat ten minste 10 Palestijnse gevangenen in de gevangenis zijn gestorven door medische nalatigheid en dat Israël nog steeds in het bezit is van hun lichamen.
“Elk jaar worden de misdaden van de Israëlische regering tegen ons agressiever en de internationale gemeenschap zwijgt”, zei Zaghari.
“Ze beweren allemaal dat ze om de mensenrechten geven, maar ze liegen en delen in Israëls misdaden.”