Saoedi-geleid blok verwerpt Biden’s oproep om de productie op te voeren, te midden van inflatie en torenhoge energiekosten.
Het oliekartel OPEC+ stemde maandag voor het eerst in meer dan een jaar in met een kleine productieverlaging, te midden van de bezorgdheid dat een vertragende wereldeconomie tot verdere dalingen van de olieprijzen zou kunnen leiden.
De groep, geleid door Saoedi-Arabië en Rusland, zei in een verklaring dat ze besloten had de produktie in oktober met 100.000 vaten per dag te verlagen, waarmee een vorige maand aangekondigde produktieverhoging in feite ongedaan werd gemaakt.

De stap is een reprimande van Saoedi-Arabië, het belangrijkste lid van de OPEC, op de oproepvan Washington aan zijn bondgenoot in het Midden-Oosten om de productie te verhogen in een tijd van stijgende inflatie en westerse sancties tegen Ruslands energie-industrie.
Het besluit komt minder dan twee maanden nadat de Amerikaanse president Joe Biden een controversiële reis naar het olierijke koninkrijk maakte, die gedeeltelijk werd gezien als een poging om de wankele banden met Riyad weer aan te halen en het effect van de torenhoge energieprijzen voor de Amerikaanse consument te verzachten. Kort na zijn ontmoeting met de de facto heerser van Saoedi-Arabië, kroonprins Mohammed Bin Salman, zei Biden dat hij verwachtte dat het koninkrijk in de “komende weken” “verdere stappen” zou nemen om de aanvoer van olie te vergroten.
Het Witte Huis zei dat Biden zich na de aankondiging van OPEC+ inzette voor het stutten van de energievoorziening en het verlagen van de prijzen. “De president is duidelijk geweest dat het energieaanbod aan de vraag moet voldoen om de economische groei te ondersteunen en de prijzen voor Amerikaanse consumenten en consumenten in de hele wereld te verlagen,” zei Witte Huis perssecretaris Karine Jean-Pierre in een verklaring.
De markt beheren
De OPEC+ had ingestemd met enorme productieverminderingen in 2020 toen de Covid pandemie de olieprijzen deed instorten, maar vorig jaar begon ze de productie weer bescheiden te verhogen toen de markt verbeterde.
De olieprijzen schoten in maart omhoog tot bijna $140 per vat nadat Rusland Oekraïne was binnengevallen. De laatste drie maanden zijn de prijzen echter met 25 procent gedaald, uit vrees voor een wereldwijde economische vertraging en nieuwe pandemiebeperkingen in China.
Gesprekken om de Iraanse nucleaire overeenkomst nieuw leven in te blazen hebben ook de hoop gewekt dat er meer ruwe olie op de markt zou kunnen komen, wat de prijzen verder zou doen dalen. Na de stap van maandag liet Opec+ de deur open voor het houden van besprekingen voorafgaand aan zijn volgende geplande vergadering op 5 oktober “om, indien nodig, de marktontwikkelingen aan te pakken”.
De leden van het blok hebben erop vertrouwd dat hun voorzitter, de Saoedische minister van Energie prins Abdulaziz bin Salman, halfbroer van kroonprins Mohammad Bin Salman, zal ingrijpen wanneer dat nodig is om de markten voor ruwe olie te stabiliseren door, indien nodig, op elk moment een vergadering bijeen te roepen, vertelde een bron in de Golf met kennis van zaken aan Reuters. Hoewel analisten zeiden dat de verlaging vooral symbolisch was, stegen de olieprijzen na de aankondiging met meer dan drie procent, waarbij de internationale benchmark, Brent, boven de 96 dollar per vat uitkwam, terwijl het Amerikaanse contract, WTI, bijna 90 dollar bereikte.
Naast het verzoek aan de Golfstaten om de productie op te voeren, hebben westerse landen geprobeerd de stijgende prijzen te beteugelen door ruwe olie uit noodvoorraden vrij te geven. Investeringen van de industrie en nieuwe boringen zijn echter achtergebleven bij de vraag. Saudi-Arabië heeft de afgelopen weken gesignaleerd dat het actie zal ondernemen om de productie te verlagen te midden van de volatiliteit op de oliemarkt.
Vorige maand waarschuwde minister van Energie Abdulaziz bin Salman in een interview met Bloomberg dat er een ontkoppeling was ontstaan tussen de olieprijzen en de fysieke markt. Hij zei dat “volatiliteit en dunne liquiditeit verkeerde signalen naar de markten sturen op momenten dat duidelijkheid het hardst nodig is”.