De Turkse president beweert dat Selman Bozkir, over wie hij beweert dat hij een hoge PKK-functionaris en leider van het Makhmur-kamp was, het doelwit was van een gerichte aanval.
Turkije heeft een hoge ambtenaar van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) aangevallen in een vluchtelingenkamp in Noord-Irak, zei president Recep Tayyip Erdogan zondag, in de eerste Turkse bevestiging van een luchtaanval op het kamp waarvan Ankara zegt dat het een toevluchtsoord is voor Koerdische militanten.
Erdogan had vorige week gewaarschuwd dat Turkije het Makhmur-kamp zou aanvallen, dat onderdak biedt aan duizenden Turkse Koerden, en Iraakse functionarissen zeiden zaterdag dat Turkije daar een luchtaanval uitvoerde waarbij drie mensen omkwamen.
Erdogan zei dat Selman Bozkir, van wie hij zei dat hij een hoge PKK-functionaris en leidinggevende van het Makhmur-kamp was, was “geneutraliseerd” – een term die de Turkse autoriteiten gebruiken voor doelen die zijn gedood of gewond, aldus Reuters.
Ankara zou niet toestaan dat de PKK, die al tientallen jaren in opstand is in Zuidoost-Turkije, Makhmur gebruikt “als broedplaats voor terrorisme”, zei Erdogan in een tweet.
Een Iraakse veiligheidsfunctionaris zei dat PKK-functionarissen in het kamp de politie hadden verhinderd het kamp binnen te gaan na de luchtaanval, en weigerden details over de slachtoffers te delen.
Turkije heeft zijn decennia-oude conflict met Koerdische militanten tot diep in Noord-Irak gebracht, militaire bases opgericht en gewapende militaire drones worden ingezet tegen de milities in hun bergbolwerken.
De meeste operaties waren gericht op gebieden tot 30 km van de grens. Maar Makhmur ligt verder in Irak, en de aanval van zaterdag op het kamp bracht tientallen in de Koerdische provincie Sulaimaniya in Irak ertoe om uit protest te marcheren.
De Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties, Linda Thomas-Greenfield, bracht vorige week een bezoek aan Ankara en zei dat ze de functionarissen vertelde dat “elke aanval op burgers in het vluchtelingenkamp Makhmur een schending van het internationaal en humanitair recht zou zijn”.
Het kamp werd opgericht in de jaren negentig toen duizenden Koerden uit Turkije de grens overstaken in een beweging die volgens Ankara opzettelijk werd uitgelokt door de PKK, die door de Verenigde Staten en de Europese Unie is aangemerkt als een terroristische organisatie.
Het strijdt sinds 1984 tegen een opstand tegen de staat in voornamelijk Koerdisch Zuidoost-Turkije. Bij het conflict zijn meer dan 40.000 mensen omgekomen.