Het wereldvoedselprogramma heeft aangegeven dat het zal beginnen met het verwerken van het bedorven graan zodra de overheidsinstanties hier goedkeuring voor geven.
Eerst was het graan niet toegankelijk en later bleek het verrot te zijn. Maar op Woensdag werd er door de VN bevestigd dat er grote delen zijn van het in Jemen’s Hodeidah opgeslagen graan geschikt is voor consumptie. Dit is een reddingsboei voor de uitgehongerde Jemenieten.
Graansilo’s in de havenstad van de Rode Zee waren van september tot februari ontoegankelijk voor het Wereldvoedselprogramma van de VN (WFP), dit terwijl er ongeveer 8 miljoen Jemenieten in een hongersnood dreigen te verzeilen.
Een aanval van overheids-troepen tegen Houthi rebellen in Hodeidah (waar 70% van alle humanitaire hulp vandaan komt) zorgde voor een verergering van de crisis in het door oorlog verscheurde land en sloot de VN af van toegang tot de graan reserves.
Toen het agentschap eenmaal toegang had gekregen tot de silo’s, werd echter de hoop gewekt dat de 51.000 ton tarwe voor consumptie door de uitgehongerde bevolking van Hodeidah zou kunnen worden vrijgegeven.
Maar al snel daarna kwamenrapporten naar voren dat de tarwe, die een kwart van de WFP-voorraad in het land uitmaakt, bedorven was en vol zat met kevers.
Na een aantal tests lijken deze rapporten juist, maar toch blijkt een groot gedeelte nog geschikt is voor menselijke consumptie.
“We verwachten dat de meelopbrengst iets lager zal zijn dan normaal”
– WFP
Het WVP heeft een volledig onderzoek gedaan naar het graan inclusief tests in een laboratorium, waaruit bleek dat er inderdaad een gedeelte van het graan was uitgehold door insecten. Dit werd bevestigd door een anonieme WVP medewerker.
“De tarwe moet worden ontsmet voordat deze tot meel kan worden gemalen. We verwachten dat de bloemopbrengst iets lager zal zijn dan normaal, vanwege de holle korrels die tijdens het maalproces zullen worden weggezeefd.”
Volgens de woordvoerder was het graan dat in de Hodeidah-silo’s was opgeslagen toen het WFP in september geen toegang meer had genoeg om een maand lang 3,7 miljoen mensen te voeden.
“In dit stadium kunnen we niet bevestigen hoeveel meel we kunnen krijgen van de tarwe in de ‘Red Sea Mills’,” gaf de woordvoerder toe.
Nu wacht het WFP op goedkeuring door de lokale autoriteiten om de tarwe te ontsmetten en te malen om het geschikt te maken voor consumptie.
Een levenslijn
Nasr Abdul Hamid, een vader van zes kinderen en woonachtig in de buurt Ghulail in Hodeidah, verloor zijn baan als visser toen de oorlog van Jemen uitbrak in 2015, hij is nu een van de 22 miljoen Jemenieten die afhankelijk is van voedselhulp.
“Hulporganisaties spelen een belangrijke rol bij het helpen van behoeftige mensen in Hodeidah en als zij er niet waren, zouden we zijn gestorven”, vertelde hij.
“In de afgelopen maanden hebben we gehoord dat enorme hoeveelheden voedsel in de silo’s bedorven waren. Maar vandaag ben ik blij om te weten dat het eten nog steeds bruikbaar is. ”
Abdul Hamid worstelt elke dag met het voedseltekort, hoewel hij er wel dagelijks in slaagt zijn kinderen te voeden.
“Soms vinden we niet genoeg voedsel, maar we geven prioriteit aan de kinderen en dit is het belangrijkste voor ons”, zei hij.
“We hopen de tarwe van het WFP te ontvangen voordat het bederft en ik hoop dat het WFP zijn best doet om ons te helpen.”
WFP slaagt er momenteel in om hulp te bieden aan ongeveer 10 miljoen Jemeni’s per maand, hoewel dit jaar het VN-agentschap tracht dat te verhogen tot 12 miljoen.
Ongeveer 2 miljoen Jemenitische kinderen lijden aan ondervoeding.
Vorig jaarschatteSave the Children dat 85.000 kinderen onder de vijf jaar overleden waren aan acute ondervoeding, omdat een door Saoedi-geleide coalitie in 2015 namens de regering zich in het conflict was gaan mengen.