Senatoren en mensenrechten organisaties protesteren tegen de anti-boycot wetten, waarin het verboden wordt om Israël te boycotten.
Washington DC– Senatoren uit de democratische partij en mensenrechten organisaties hebben de handen ineen geslagen in hun verzet tegen wetsvoorstellen in het congres, die zouden bepalen dat het boycotten van Israël strafbaar word, omdat ze vinden dat ze daardoor worden aangetast in hun vrijheid van meningsuiting.
Senator Bernie Sanders en senior democraat Dianne Feinstein hebben woensdag gezamenlijk een brief doen uitgaan waarin de wetgevers van beide grote partijen wordt gevraagd om de bepaling te blokkeren, die bekend als de Israel Anti-Boycott Act.
“Hoewel we de boycot, Divestments and Sanctions (BDS) -beweging niet steunen, blijven we vasthouden aan onze constitutionele eed om het recht van elke Amerikaan om vreedzaam zijn mening te uiten zonder angst voor of daadwerkelijke bestraffing door de regering te verdedigen,” zei de brief.
De voorgestelde maatregel, die is gekoppeld aan een bredere wet in de Senaat, vraagt om boetes op te leggen aan bedrijven die gehoor geven aan de oproep van “internationale overheids instellingen en organisaties” om Israël te boycotten.
Het is een voorstel waarin een verondersteld plan van de VN-Mensenrechtenraad om een “zwarte lijst” te creëren van Israëlische bedrijven in de bezette Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem wordt geciteerd, en waardoor bedrijven die Israël willen boycotten worden gestraft.
De motie moet voor het eind van deze week worden aangenomen om te voorkomen dat de overheid gedeeltelijk komt plat te liggen.
Frontale Aanval
De redactie van de New York Times brandde het voorstel volledig af en noemde het een poging om één van de twee partijen in het Israël-Palestina debat de mond te snoeren.
“(Palestijnen) worden terecht bekritiseerd wanneer ze hun toevlucht zoeken tot geweld, maar nu zouden ze ook geen geweldloos verzet meer mogen voeren? De VS maken vaak gebruik van economische sancties tegen Noord-Korea, Iran en Rusland,” meldde het bestuur in een redactioneel stuk op hun website.
De American Civil Liberties Union (ACLU) noemde de maatregel een “frontale aanval op het eerste grondrecht van Amerikanen,” terwijl J Street, een joodse pro-Israël groep die zich inzet voor een tweestatenoplossing, het “gevaarlijk” noemde.
“Door Israël en de nederzettingen gelijkwaardig te maken onder de Amerikaanse wet zou een tweestaten oplossing veel moeilijker maken,” zei J Street in een opgestelde petitie.
Organisaties die zich inzetten voor de vrijheid van meningsuiting in de VS hebben hun zorgen ook geuit over de recente ontwikkelingen om het boycotten van Israël strafbaar te stellen volgens de wet.Ze geven tevens aan dat ze deze ontwikkelingen zien als reactie op de BDS beweging.
De BDS-beweging werd opgezet door 170 Palestijnse maatschappelijke organisaties in 2005 en probeert druk uit te oefenen op Israël om zijn bezetting van de Palestijnse gebieden te beëindigen, gelijke rechten te waarborgen voor Palestijnse staatsburgers en de terugkeer van Palestijnse vluchtelingen mogelijk te maken.
Maandag diende een opvoeder in Texas een rechtszaak tegen de staat in omdat ze haar contract met een openbare school niet kon verlengen nadat ze weigerde een belofte te ondertekenen dat ze Israël niet zou boycotten.
Maandag diende een lerares uit Texas een aanklacht in tegen de staat, omdat een openbare school weigerde haar contract te verlengen omdat ze weigerde een verklaring te ondertekenen waarin ze aan zou geven om Israël niet te boycotten.
Eerder dit jaar waren er succesvolle soortgelijke rechtszaken in de Amerikaanse staten Arizona en Kansas, die leidde tot opschorting van de wet, omdat deze ongrondwettelijk werden geacht.
“œEen beperking van iemands vermogen om deel te nemen aan een collectieve oproep om zich tegen Israël te verzetten, belast onbetwistbaar de beschermde status van bedrijven die een dergelijke boycot willen uitvoeren,” besliste een federale rechter in Arizona in september.
Op woensdag verwezen senatoren Sanders en Feinstein naar die uitspraken, omdat zij beweerden dat de anti-boycott maatregel in het Congres ongrondwettelijk was.
Terwijl de regering van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu” beleid nastreeft dat duidelijk gericht is op het uitsluiten van de tweestatenoplossing, is het zeer teleurstellend dat het Congres zou overwegen de kritiek op dat beleid te bestraffen”, schreven ze.